Elfde verslag vanuit Darwin

Bloged in Australie 2004 by olaf Friday September 3, 2004

 
Zo, sinds het vorige verslag heb ik weer veel gereist. Grofweg valt de reis in twee delen uiteen. Als eerste de lange weg door de woestijn naar Darwin en daarna een paar dagen naar natuurparken in de omgeving van Darwin. Vanwege de tijd vindt je hier het eerste gedeelte van de reis weergegeven.
N.B. klik op MORE voor de rest van het verhaal.

 
Nadat sommigen van ons de groep in Alice Springs hebben verlaten zijn we ’s-avonds met de resterende groep naar de Saloon gegaan. Dit was erg gezellig zodat we tot sluitingstijd zijn gebleven. Wat grapig was is dat we iedereen die we in Alice Springs zijn tegengekomen er ook was: de man van de Reptielenshow, de gids van de flying doctors, etc. Kortom het was voor een doordeweekse dag erg druk in het cafe wat natuurlijk niemand had verwacht. Weer terug in het Motel hebben we nog op het terras gezeten, en omdat het Motel tussen twee bergketens in is gesitueerd kwamen er om drie uur ’s-nachts nog de uiterst zeldzame berg kangoeroes polshoogte nemen!
De volgende dag weer vroeg op (inclusief de chaufeur/gids!) en een lange weg voor de boeg naar het noorden op Stuart Highway. Dit betekent dus lang in de bus zitten terwijl het landschap nauwelijks veranderd. Achteraf gezien vond ik dat wel grappig maar toen had ik het al wel helemaal gehad. Je kijkt naar buiten, dommelt wat in en kijkt een uur later naar buiten en het landschap is nog precies hetzelfde. Maar als je dat drie dagen achter elkaar doet zie je wel veranderingen. In het begin zie je alleen maar kleine struikjes en bomen en wat dor gras. Als je boven de steenbokskering komt zie je langzamerhand wat kleine termietenheuvels verschijnen. En naarmate de reis naar het noorden vordert worden deze heuvels evenals de bomen en struiken hoger, het gras steeds iets groener en in Darwin aangekomen zijn de termietenheuvels hoger dan de bus en rijdt je door een tropisch regenwoud (eigenlijk een tropisch seizoenswoud, maar daarover later meer). Je bent dan wel meer dan 1500 km noordelijker gereden.
Maar goed eerst de weg naar het noorden. Vlak boven Alice Springs zijn we even gestopt op de steenbokskering. Daarna in Ti-Tree bij een aboriginal kunsthandel. De eigenaar kwam aanzetten met een groot artikel in het Eindhovens Dagblad waarin stond dat dit zo’n bijzondere kunsthandel was en de moeite waard was om te bezoeken. Het Eindhovens Dagblad zullen we maar zeggen….
Daarna doorgereden naar Barrow Creek. Hier hebben we nog weer even een oud telegraafstation bezocht. Na Barrow Creek hebben we gelunchd bij de Devils Marbles. Hier had ik mij niet zo veel van voorgesteld, maar deze waren erg mooi. De Devils Marbeles zijn rotsen die door de erosie rond zijn uitgesleten. Vooral door het lichtspel van de zon waren hier erg mooie foto’s te maken. Volgens de Aboriginals is dit natuurlijk weer een heilige plaats. Lekker gelunchd, alleen waren er nog zo’n miljoen vliegen op mijn lunch (en mij en de anderen) aan het azen. Die vliegen had wel wat minder gekunt.
Daarna door naar Tennant Creek, de vierde stad van de Northern Territory en maar liefst 3000 inwoners groot. Daarna door naar Banka Banka station. Dit is een grote Cattle station alwaar je ook kan kamperen. Dat betekent dus weer slapen in een Sweg, wat dit keer geen probleem was aangezien we nu ca. 1000 km noordelijker zijn dan Ayers Rock en het ’s-nachts dus niet meer zo koud is. Wel ’s-nachts nog even mijn lievelingsvogel gehoord maar die stopte er ook al vrij snel weer mee. ’s-avonds nog een diapresentatie van de beheerder van het station gehad over het station en het leven op het station. Ze hebben 10.600 km2 (dus 1.060.000 hectare) grond en 55.000 a 60.000 vleeskoeien. Vanwege de droogte geven deze geen melk (alleen poedermelk!). Wat ook leuk is om te weten is dat dit het meest westelijk gelegen boederij is. Als je de heuvels van de Barkley Tablelands op loopt (die naast de boederij liggen en ik ’s-avonds dus inderdaad nog even heb gedaan) en daarna naar het westen loopt kom je niets meer tegen totdat je 2000 km verder de zee in loopt……
De volgende ochtend weer door naar het noorden alwaar we zijn gestopt in Elliot (deze stad was in de tweede wereldoorlog even de hoofdstad van de Nortern territory aangezien Darwin door de japaners was gebombardeerd), en in Daly Waters. Dit zijn een paar huizen in de middle of nowhere, maar had in de begindagen van de luchtvaart een internationaal vliegveld om de vliegtuigen bij te tanken. Nu is het cafe alleen nog maar over gebleven. Deze is wel de moeite waard om te bezoeken omdat iedereen die dit cafe bezoekt er iets achterlaat tot aan oude rijbewijzen aan toe.
Daarna weer door naar het noorden en na een werkelijk fantastische zwempartij in een termische riviertje bij Mataranka (hierbij zwem je in zeer warm water langs allemaal (palm)bomen) zijn we aangekomen in Katerine. Dit is wel een “grote” plaats (De derde stad van N.T.). Hier heben we zelfs in een zeer goed hotel (Mercure) geslapen. De volgende ochtend zijn we naar Nitmiluk National Park (of gewoon Katherine George) gegaan. Dit is een rivier die door de zandstenenrotsten is uitgesleten. De rotsen zijn via een perfecte gridstructuur verzwakt zodat je een dambord vol met riviertjes overhoudt die door de rotsen heen lopen. We hebben de hoofdrivier middels een twee uur durende boottocht gevolgd. Hierbij lopen de wanden links en rechts vele tientallen meters recht omhoog. Ook nog vele vogels gezien. Helaas geen krokodillen. Na de boottocht had ik mij opgegeven voor een helicopter vlucht. Gezien mijn hoogtevrees een redelijke overwinning. Maar om het fotograferen te vergemakkelijken had de piloot de deuren er maar vast uitgehaald. Eerst ging de eerste groep met z’n vieren weg, en 25 minuten later wij dus met z’n drieen (incl. piloot, waar ik naast zat). Ik moet zeggen ik vond het fantastisch, maar als je op hoogte vloog en de wind kreeg vat op de helicopter en deze begon scheef weg te waaien vond ik het niet meer zo leuk. Ook niet toen we bij het begin van de Katerine River waren aangekomen en we een 180 graden bocht maakten en schuin begonnen te hangen en ik dus links naast me een paar honderd meter naar beneden kon kijken. Daarna wordt je toch wat rustiger en durf je wat meer om je heen te kijken. Kortom een geweldige ervaring, maar de volgende keer wel liever een wat grotere helicopter.
Na de helicoptervlucht zijn we doorgereden naar Edith Falls alwaar we onder de waterval hebben gezwommen. Doorgereden naar het noorden terwijl we langs een bosbrand zijn gereden (ik kon de warmte door het glas heen voelen!). Aan het eind van de dag zijn we dan in Darwin aangekomen dat wel een grote stad is (100.000 inwoners). Na de bombardermenten van de Japanners in de tweede wereldoorlop en oorkaan Tracy op kerstavond 1974 woonden er hier nog maar zo’n 20.000 mensen. Maar aangezien dit de enige echte plaats van de Northern Territory is, verhuist iedereen hier naar toe en groeit de stad langzamerhand. Ook is er nu weer een treinverbinding met het zuiden naar Adelaide. In Darwin hebben we weer in een goed hotel geslapen en zijn we ’s-avonds weer met z’n allen de stad in geweest wat de volgende ochtend merkbaar was, maar daarover later meer.
Olaf.

One Response to “Elfde verslag vanuit Darwin”

  1. Mike Says:

    Olaf,

    vind je de NT iced coffee ook niet erg lekker?

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.

21 queries. 0.104 seconds.
Powered by Wordpress
theme by evil.bert